1. TRIUMPH ROADSTER & TRX ROADSTER – 1947 tot 1951

In 1946, nauwelijks een jaar na de overname van Triumph, verscheen er naast de Standard automobielproductie een eerste na oorlogse roadster met Triumph globe. De Triumph 1800 Roadster, in 1948 opgevolgd door de 2000 Roadster. Beide ontworpen door Frank Callaby (later ST huisfotograaf) en Arthur Ballard. Eind 1949 stopte de productie bij 4501 stuks. De ambitieuze visionair Sir John Black vond het de hoogste tijd voor iets nieuws. TRIUMPH TRX ROADSTER - 1947 tot 1951

De huisontwerper Walter Belgrove werd niet voor niets al in 1947 aan het werk gezet voor een ontwerp van een echte sportscar, hij creëerde zijn TRX Roadster.

TR stond voor Triumph, de X voor experimenteel. Wat resulteerde in een automobiel met een nogal bolle kogelachtige gladde carrosserie, ook wel Bullet genoemd.

Een zeer complexe en uiterst bijzonder ogende roadster met Raymond Loewy achtige belijning. Succes bleef jammer genoeg uit waardoor het gehele project in 1951 snel werd geannuleerd. Er werden slechts drie prototypen gebouwd.

2. TRIUMPH 20TS (TR1) – 1952

Een terug bij af situatie, er moest nu echt iets gebeuren. Black wilde met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid op de komende ’52 Earls Court Motor Show hoge ogen gooien omdat collegae fabrikanten het niet slecht deden met hun XK 120’s van Jaguar, Jowett Jupiter’s en met name de MG’s TC’s en TD’s.  Black moest en zou met iets concurerends op de markt komen. Een ingeving van hem was een slim plan voor een eventuele overname van de Morgan Motor Company, wat echter niet in goede aarde viel bij Morgan Sr. Na tal van discussies en overwegingen om iets nieuws te ontwerpen wordt Harry Webster de nieuwe technische ontwerpchef. Met als opdracht om voor dit nieuwe ontwerp zoveel mogelijk de voorhanden zijnde Standard onderdelen te gebruiken.  Walter Belgrove kreeg opnieuw de opdracht een vernieuwende sportscar carrosserie te ontwerpen. Het krijgt de code 20TS mee, 20 voor de Vanguard 2.0 liter motor en TS voor Triumph Sports.

Het idee is geboren, een leger van technici ging aan de slag met het nieuwe model dat achteraf TR1 zou gaan heten. Het model komt al aardig in de buurt van het huidige wat we kennen, behalve de achterzijde. Die loopt sterk af en gaf alleen plaats aan het reservewiel en benzinetank. Het sterk aflopende kontje was het gevolg van het te korte chassis. Doorzettingsvermogen was de drijfveer om de auto toch op tijd te kunnen showen tijdens de ’52 Earls Court Motor Show in Londen. Daar stond zij dan, de 20TS ofwel de Triumph Sports. Matige kritieken waren het gevolg. Nog slechts één mogelijkheid restte Black……..

3. TRIUMPH TR2 – 1953 tot OKTOBER 1955

TRIUMPH TR2 PROTOTYPE – LENTE 1953

Black zette zijn trots aan de kant en vroeg de talentvolle en zeer ervaren BRM testdriver Ken Richardson de TR1 te testen en vervolgens zijn mening te ventileren. Richardson’s oprechte mening was dan ook dat hij het de meest afschuwelijke automobiel vond waarmee hij ooit had gereden! Ondanks het feit dat zijn mening een ware schok teweeg bracht werd Richardson toch door Black gevraagd om te komen samenwerken met het team van Harry Webster en Walter Belgrove. Om zo binnen een tijdsbestek van slechts drie maanden de machine tot een echte sportscar te kunnen transformeren. Er kwam wéér een ander chassis voorzien van een gewijzigde carrosserie met een langere achterzijde en een echte kofferbakruimte. Eveneens waren er motorische wijzigingen in de zin van meer vermogen wat veranderde van 75 pk naar 90 pk. Daarnaast veel, heel veel detailwijzigingen. Dankzij deze enorme  inzet, en gebruik makend van de de 20TS onderdelen, werd in maart ’53 in Genève een TR2 gepresenteerd die succesvol debuteerde. Er waren drie TR2 prototypen, de X516 – ORW 666, de X508 – MKW 950 en de X519 – MVC 575. Uit de archieven blijkt dat de ORW 666 wordt aangemerkt als zijnde het eerste prototype opgebouwd uit de gemodificeerde resten van de 20TS. De MVC 575 is wel de meest bekende van het drietal, ook wel de “Jabbeke TR2” genoemd. Hiermee behaalde Richardson op een Belgische snelweg in mei 1953 een snelheidrecord van net meer dan 200 km per uur!

Gelukkig zijn er prachtige beelden van dit snelheidsrecord online te vinden:

In mei 2003, exact 50 jaren na het speedrecord is er een grote reunie georganiseerd om dit succes nogmaals te vieren. Het TR register in Belgie heeft hier een uitgebreid verslag van gemaakt. 

Destijds was MVC575 nog niet beschikbaar voor het grote publiek, de resten opgeslagen in de collectie van een verzamelaar. 

MVC575 is inmiddels volledig gerestaureerd door een engelse liefhebber. Zijn verslag is opgenomen op deze facebook-pagina: https://www.facebook.com/Jabbeketr2/.

In 2017 heeft MVC575 onder begeleiding van verschillende TR's meer dan 60 jaar later haar recordwinnende basis nogmaals bezocht. Helaas is het originele stukje snelweg opgegaan in de huidige snelweg en was een herhaling van de recordpoging niet mogelijk, maar het bezoek van deze bijzondere auto aan Jabbeke was erg bijzonder. Het  engelse TR-register  heeft hiervan beelden gemaakt:

TRIUMPH TR2 LONGDOOR – JULI 1953

De assemblage van de “longdoor” TR2 in productie begon bij commissie nummer TS3 in de Canley fabrieken. De carrosserieën kwamen van Mulliners Ltd. in Birmingham. TS 1 en TS 2 zijn nog door de experimental workshops gerealiseerd. Op dit moment is TS3 in restauratie.

TRIUMPH TR2 SHORT DOOR – OKTOBER 1954 tot OKTOBER 1955

De introductie van de “short door” carrosserie modificatie vond plaats bij TS4002, tevens waren er de opties voor een hardtop, spaakvelgen en een overdrive op de hoogste versnelling. In oktober eindigde de assemblage van de TR2 bij TS8636 nadat er 8.636 stuks waren geproduceerd.

TRIUMPH TR2 COUPÉ FRANCORCHAMPS – DECEMBER 1954 tot 1957/1958?

Een in het Belgische Nessonvaux gebouwde coupé uitvoering van de TR2. Ontworpen door Franz Pardon was en is het nog steeds een zeldzaam fraaie verschijning. Officieel  zijn er ooit 22 gefabriceerd, officieus zouden het er 25 geweest moeten zijn. De laatste drie zouden nog snel bij het teloor gaan van de fabriek in elkaar gesleuteld zijn van de onderdelen die op dat moment nog voor handen waren. Ze dienden vervolgens als afscheidscadeau van de drie directeuren.

4. TRIUMPH TR3 – OKTOBER 1955 tot SEPTEMBER 1957

TRIUMPH TR3 – OKTOBER 1955

Assemblage begon bij TS8637, met een 95 pk motor en vernieuwd front voorzien van de eierdoos-achtige grille. Als optie was er vanaf TS6266 een overdrive verkrijgbaar i.c.m. de 2e, 3e en 4e versnelling.

TRIUMPH TR3 – JULI 1956

5.TRIUMPH TR3 MICHELOTTI & VIGNALE “DREAM CAR” – LENTE 1957

TRIUMPH TR3 M&V “DREAM CAR” – LENTE 1957

Flamboyant, zwart wit van kleurstelling, koplampen met wimpers en staartvinnen. Tot overmaat van ramp bekleding van luipaard huid! De VHK 720 was dè TR, het zag er naar uit dat dit toekomst beeld het gezicht van de Triumph sportscar zou doen gaan veranderen. Een opdracht in de lente van 1957 leidde tot aflevering van de auto in de zomer van dat zelfde jaar. Een op en top Coventry geconstrueerde auto met Italiaanse flair. Onderhuids was het net zo Brits als fish & chips maar bovenhuids was het een knipoog naar Sophia Loren, dolce vita en puur Italiaans. Bestaan doet de VHK 720 niet meer, het was de eerste ongelukkige poging om het Walter Belgrove TR2 design te doorbreken. ’t Werd niks, gelukkig maar...  

6. TRIUMPH TR3A – SEPTEMBER 1957 tot SEPTEMBER 1961

De TR3A assemblage begon met TS22014 uitgevoerd met een vernieuwde front look, een brede grille. Ontworpen, naar alle waarschijnlijkheid, door Ron Chapman. Tevens deden veel carrosserie verbeteringen haar intrede. De TR3A werd aan het publiek voorgesteld in januari 1958.

Vanaf TS60001 deden nieuwe carrosserie stempels haar intrede, de oude waren gewoonweg versleten. De vernieuwing is duidelijk waarneembaar aan de uitgestulpte profileringen onder de motorkap en kofferklep scharnieren.  Ook werd in dit jaar een 2.2 liter motor een optionele mogelijkheid.

De TR3A assemblage eindigde bij TS82346 met een totaal productie aantal van 58.309 exemplaren. Vervanging vond plaats met de introductie van de nieuwe TR4.

6.1 TRIUMPH TR3A in Coupe des Alpes

De TR3A was net als zijn voorgangers een geliefde rally auto. Mooi betaalbaar, sterk en snel. in 1958 reden meerdere TR3a's mee in de  Coupe des Alpes, ook wel de Alpine Rally. Deze rally werd 166 keer in de periode 1938 tot 1971 gereden. In de '58 editie deden ander andere de equipes Paddy Hopkirk/Jack Scott en Keith Ballisat / Alain Bertaut (4e Plek). De rally begon met 55 deelnemers maar uiteindelijk zijn er maar 7 gefinished, waaronder een TR3a!

Shell heeft van deze editie een mooie film gemaakt, we hebben hem hieronder in 3 delen opgenomen. Weer eens wat anders dan een verslag van Olav Mol..

Vanaf TS60001 deden nieuwe carrosserie stempels haar intrede, de oude waren gewoonweg versleten. De vernieuwing is duidelijk waarneembaar aan de uitgestulpte profileringen onder de motorkap en kofferklep scharnieren.  Ook werd in dit jaar een 2.2 liter motor een optionele mogelijkheid.

De TR3A assemblage eindigde bij TS82346 met een totaal productie aantal van 58.309 exemplaren. Vervanging vond plaats met de introductie van de nieuwe TR4.

7.TRIUMPH TR3S LE MANS – 1959

Ondanks het feit dat dit type TR altijd de TR3S werd genoemd en in de eerste instantie erg veel leek op de “gewone” TR3A, was de race TR3S Le Mans auto volledig anders. Enkele voorbeelden, de 20X motor was een 2.0 liter motor met dubbele bovenliggende nokkenassen (bijgenaamd de "Sabrina" naar een '50 fotomodel vanwege fysieke overeenkomsten..) , de wiel-basis was 15 cm langer, schijfremmen op alle vier de wielen. De carrosserie bestond voor het overgrote deel uit polyester. Jammer genoeg was er geen grote race carrière weggelegd voor deze drie Le Mans TR’s, de X627 – XHP 938, de X628 – XHP 939 en de X629 – XHP 940. Bestaan doen ze geen van allen meer, de onderdelen werden gebruikt voor het daarop volgende TRS Le Mans project.

Hoewel,  er is recentelijk nog een “reserve” TR3S  carrosserie opgedoken en op een veilingsite te koop aangeboden voor een astronomisch hoog bedrag….  

8.TRIUMPH TR3 BETA – 1960

De TR3 Beta had dezelfde wielbasis en carrosserie bevestigingspunten als de TR3A, maar was echter wel breder met veel bollere voor en achterspatschermen. De achteras was daardoor breder, de besturing was uitgevoerd in rack and pinion. Ook de voorzijde had een andere “look” met een strakke grille met evenwijdige lijnen gelijk aan de bumper. De knipperlichten waren verhuisd naar een plaatsje in de voorschermen. Echter met de lancering van de nieuwe TR4 in september 1961 en daarnaast de assemblage van de TR3B in maart 1962 was er geen rationele plaats meer voor het Beta project. Er zijn er twee gebouwd, de X660 – AVT 413C en de X693 – 917 HP. Ze zijn er beide nog, de X660 maakt in een nog redelijk originele staat deel uit van een privé collectie. De X693 dook in 1980 te koop op tijdens het TR register Internationaal weekend in Malvern, sindsdien loopt het spoor van deze Beta dood. (bron foto's: The sidescreen TR compendium/Archive TRregister)

9.TRIUMPH TR3B – MAART 1962 tot MEI 1962

De TR3B assemblage begon met de TSF serie, nagenoeg gelijk aan het 3A type. Met als enige uitzondering de wijziging aan de voorvering. De TSF serie eindigde bij TSF530.

De tweede TCF serie kreeg naast de volledig gesynchroniseerde 4 versnellingsbak ook nog eens de grotere TR4 motor van 2.138 cc mee.

Aan het eind van december bleef de teller uiteindelijk steken op TCF2804 met een totaal van 3.334 stuks. Het totale productie aantal van de Sidescreen TR’s komt hierbij uiteindelijk neer op 83.656 exemplaren. Wereldwijd is naar schatting zo’n 15 tot 20 % bewaard gebleven, m.a.w. plus minus zo'n 15.000 stuks !