Historie.

De geschiedenis van de Renown gaat eigenlijk al terug tot 1938. Standard directeur Captain John Black was erg gecharmeerd van de Razoredge stijl die door een aantal bekende Engelse carrosserie bouwers was ontwikkeld voor Rolls-Royce, Bentley en Daimler. Hij liet op basis van een SS-Jaguar chassis door Mulliners een Razoredge middenklasser bouwen voor eigen gebruik, die hem prima beviel. Toen in 1944 het merk Triumph werd verworven was het voor hem duidelijk dat de nieuw op de markt te brengen Triumph middenklasser net zo'n Razoredge koetswerk moest krijgen. Op verzoek van (inmiddels) "Sir" John Black maakten Jim Wignall en Leslie Moore van Mulliners een dergelijk ontwerp, gebaseerd op de Standard Twelve. Dit ontwerp had de kenmerkende hoekige daklijn, gecombineerd met ronde bolle spatborden. Standard-Triumph ontwerper Walter Belgrove pakte het ontwerp aan een schiep een eigen versie, nu met scherp gelijnde spatborden. Laatstgenoemd ontwerp kreeg de goedkeuring van Sir John.

Voor de nieuweling werd ook een nieuw chassis ontworpen uit buisprofielen. Motor en 4-versnellingsbak kwamen van de vooroorlogse Standard Flying Fourteen. De carrosserie was nog op vooroorlogse wijze geconstrueerd: aluminium beplating op een houten frame. De keuze voor aluminium had ook hier weer met de verkrijgbaarheid te maken. De carrosserie werd in de fabriek van Mulliners in Birmingham vervaardigd. Â
De auto werd in 1946 op de markt gebracht als Triumph 1800 Town & Country Saloon.

In 1949 kwam er een belangrijke technische wijziging. De ouderwetse 1800 motor werd vervangen door een nieuw ontwerp dat afkomstig was uit de succesvolle Standard Vanguard. Ook de 3-versnellingsbak van de Vanguard werd overgenomen. De wagen ging voortaan door het leven als 2000 Saloon.

Nog eind 1949 vond er weer een belangrijke aanpassing plaats: er werd een geheel nieuw chassis gemonteerd, opgebouwd uit geperst stalen delen. Ook de voorwielophanging was nieuw. Voor dit model werd voor het eerst de naam Renown gebruikt, vernoemd naar een beroemd Brits slagschip uit de Tweede Wereldoorlog.

In 1951 verscheen de Renown Limousine, een versie met een separatieruit tussen het chauffeursdeel en de achterbank, bedoeld voor de manager die zich liet rijden. De benodigde extra ruimte werd verkregen door de wielbasis met 3 inch te vergroten.

In 1952 verscheen de laatste versie van de Renown Saloon, waarbij gebruik gemaakt werd van de carrosserie van de Limousine - maar uiteraard zonder separatieruit. De verkoop van de Renown begon inmiddels behoorlijk in te zakken en leidde tot grote voorraden van onverkochte auto's.

De fabriek besloot daarop de prijs flink te laten zakken. De verkopen liepen inderdaad (kunstmatig) op, maar het in 1954 genomen besluit om de productie definitief te stoppen kwam zeker niet als een verrassing.

Een duidelijke opvolger had de Triumph Renown niet. Standard-Triumph heeft nog met de gedachte gespeeld om de nieuwe Standard Vanguard Sportsman als Triumph Renown op de markt te brengen, maar daar is uiteindelijk op het allerlaatste moment van afgezien.

Het zou tot 1959 duren voor er weer een Triumph saloon te koop was, de Herald. Uiteraard waren er intussen wel de sportwagens TR2 en TR3.

Uitvoeringen.
De Renown was alleen als 4-deurs Saloon leverbaar.
Daarnaast in 1951 en 1952 ook als Limousine, in feite een Saloon met een scheidingswand tussen voor- en achterbank.

Het chassisnummer (commission number) bestaat achtereenvolgens uit bovenstaande prefix letters, het produktie volgnummer en de saloon-aanduiding DL (bij linksgestuurde auto’s LDL)
 

De Triumph Limousine heeft een separatiewand tussen voor- en achterbank. De technische gegevens komen grotendeels overeen met die van de 2000 Renown mk2. Totaal 190 stuks geproduceerd.

Aankooptips

De Renown is een klasse auto, boordevol karakter. Anno 1950 was het een perfecte reiswagen en ook nu leent hij zich daar nog prima voor – zij het met aangepaste snelheid. Dat laatste geldt zeker voor de 1800-motor. De 2000-krachtbron is wat moderner van opzet en een eventueel aanwezige overdrive biedt uiteraard verdere voordelen. Hogere snelheden zijn vermoeiend doordat steeds kleine stuurcorrecties nodig zijn.

Bedenk dat een Renown bedaagde techniek heeft die regelmatig onderhoud behoeft. De vetspuit en oliekan moeten regelmatig gehanteerd worden.

Renowns worden in Nederland of elders op het Europese vasteland maar zelden aangeboden. In Engeland is het aanbod wat groter, mits je natuurlijk geen bezwaar hebt tegen rechts stuur.

Koop bij voorkeur een auto die compleet is en in (vrij) goede staat is. De Renown heeft bijvoorbeeld behoorlijk wat chroom en nieuw verchromen is kostbaar. Dat geldt nog sterker voor het vernieuwen van lederen bekleding. Behalve dorpels zijn nieuwe carrosserie delen niet meer verkrijgbaar. Bedenk dat het vinden van (goede) vervanging voor beschadigde of ontbrekende delen (zoals sierstrips, bumpers, grille, enz.) een zeer moeilijke opgave is. Â

Schenk bijzondere aandacht aan de staat van de carrosserie. Die is opgebouwd uit een essenhouten frame waarop aluminium plaatwerkdelen zijn gemonteerd. Op het oog nog redelijk plaatwerk kan totaal verrot houtwerk verbergen. Het vervangen van dit houtwerk kost bij uitbesteden een klein vermogen, of bij zelfwerkzaamheid een grote portie vakmanschap gecombineerd met engelengeduld.

Bedenk dat door de vele wijzigingen tijdens de levenscyclus van de Renown nogal wat onderdelen niet uitwisselbaar zijn tussen de verschillende bouwjaren.

Slijtagedelen zoals remmen enz. zijn redelijk verkrijgbaar, al is daarvoor meestal wel wat speurwerk nodig.

Andere eigenaren van Renowns kunnen nuttige tips geven op het gebied van onderhoud of restauratie. Overweeg daarom serieus het lidmaatschap van clubs die het type ondersteunen zoals Club Triumph Holland of de Engelse Triumph Razoredge Club. Laatstgenoemde club heeft voor leden een perfect onderdelenmagazijn. Ook via internet zijn nuttige contacten te leggen.

Omdat Renowns hier maar zelden te koop worden aangeboden is het moeilijk een exacte waarde te noemen. In Engeland moet een mooie Renown zo’n 10.000 Euro opbrengen, maar dit bedrag kan bij een concours exemplaar zomaar verdubbeld worden.
En tenslotte: de uiteindelijke koopprijs wordt voor een belangrijk deel bepaald door de vraag wie het meeste geduld kan opbrengen: de koper of de verkoper…..