Triumph DOLOMITE |
|
Beschrijving | De 1500HL had in wezen dezelfde specificaties als de luxe Dolomite 1850 (nu 1850HL genoemd), maar was zoals de naam doet vermoeden uitgerust met de 1.493 cc motor. De prestaties waren goed, en opnieuw waren overdrive en automatische transmissies optioneel. Het HL-model had een verbeterd specificatieniveau ten opzichte van de standaard Dolomite 1500, waaronder een toerenteller, voltmeter, aparte brandstof- en temperatuurmeters, klok, verstelbare stuurkolom en in hoogte verstelbare bestuurdersstoel, hoofdsteunen, middenarmsteun achterin en notenhouten deurafwerking op alle vier de deuren. De nieuwe Dolomite 1500-modellen vervingen dus de vorige Triumph 1500 TC achterwielaandrijvers waarbij er relatief weinig uiterlijke verschillen zichtbaar waren in de carrosserie. In een tijd waarin de meeste fabrikanten van kleinere auto's zich concentreerden op auto's met een hatchback en voorwielaandrijving, werd de Dolomite-familie nu als enigszins gedateerd beschouwd, maar met de nu volledig achterwiel aangedreven modellenreeks betekende dit voor Triumph dat dit aanzienlijke kostenbesparingen in de produktie zou opleveren. De Dolomite bleef in verschillende uitvoeringen vrijwel ongewijzigd tot het einde van de productie. De meeste wijzigingen betroffen de sierlijsten en extra uitrusting van sommige modellen. In augustus 1980 werd de productie van dit model gestaakt omdat BL de fabriek in Canley sloot om door inkrimping en bezuinigingen meer overlevingskans te hebben. Een indirecte opvolger verscheen pas in 1983 met de van een Honda afgeleide Triumph Acclaim. |
Typen |
|
Aantal inzittenden | Plaats voor 4 inzittenden; gordels op de voorstoelen standaard en voorbereiding achtergordels aanwezig op alle modellen |
Transmissie | Een aantal uitvoeringen zijn uitgerust met automaat of handgeschakeld met overdrive als optie |
Gebouwd van | Gebouwd van begin 1965 tot augustus 1980 |
Nieuwprijs | f |
Aantal gebouwd | Totaal aantal gebouwd In totaal werden 204.003 exemplaren van de Triumph Dolomite gemaakt in iets minder dan negen jaar. |
Aantal in Nederland | rijdend en niet-rijdend |
Gebruiksvriendelijkheid en kosten |
(meer -en is beter, maximaal 5 -en) |
(meer -en is beter, maximaal 5 -en) |
Gebruiksvriendelijkheid in dagelijks verkeer | |
Aanschafprijs | |
Onderhoudskosten | |
Verkrijgbaarheid onderdelen | |
Triumph Dolomite (1972)De Triumph Dolomite werd gepresenteerd op de London Motor Show in oktober 1971 maar het begin van de productie werd als gevolg van stakingen en andere problemen in de auto-industrie vertraagd tot januari 1972. De auto was bedoeld als opvolger van de luxere varianten van de 1500 en ook van de Vitesse, een sportieve versie van de Herald. De naam Dolomite was vóór de Tweede Wereldoorlog ook al voor een model gebruikt en Triumph deed hem herleven voor de nieuwe serie. De Dolomite had de langere carrosserie van de voorwielaangedreven 1500 maar de techniek van de Toledo met achterwielaandrijving. Het model was bedoeld voor het toen nieuwe segment van sportieve middenklasse sedans, moest concurreren met auto's zoals de BMW 2002 en de Ford Cortina GXL en werd aangeboden met een hoog uitrustingsniveau. Dit omvatte dubbele koplampen, een klok, uitgebreid instrumentarium in een fraai houten dashboard, comfortabele stoelen en bekleding, een verwarmde achterruit en een sigarettenaansteker. Qua vormgeving verschilde de Dolomite nauwelijks van de 1500 maar hij kreeg een aantal wijzigingen zoals een matzwarte achterzijde, met vinyl beklede C-stijlen en nieuwe wieldoppen. De auto accelereerde van 0-100 km/u in 11,5 seconden en bereikte een topsnelheid van ongeveer 165 km/u. Al snel was er op verzoek ook een versnellingsbak met overdrive leverbaar waardoor het geluidniveau en brandstofverbruik bij hogere snelheden daalden. Een automatische transmissie was ook een van de extra's.
|
|
Dolomite Sprint (1973)Hoewel de Dolomite 1850 modern en snel was, hadden zijn concurrenten als de BMW 2002 toch een prestatievoordeel dat zowel het imago als de verkoop ten goede kwam. Om dit te verhelpen, bracht Triumph in juni 1973 de Dolomite Sprint uit. Een ontwikkelingsteam onder leiding van Spen King ontwierp een zestienkleps cilinderkop met slechts één bovenliggende nokkenas die de inlaatkleppen rechtstreeks bediende en de uitlaatkleppen met dezelfde nok via tuimelaars. De cilinderinhoud van de motor werd vergroot tot 1998 cc, wat in combinatie met grotere carburateurs goed was voor een vermogen van 127 pk (95 kW). Dit was aanzienlijk meer dan de 1850-variant hoewel het oorspronkelijke doel van 135 pk (99 kW) niet werd gehaald. Vanwege de nieuwe motor wordt de Dolomite Sprint beschouwd als de eerste echte productie-auto met meerkleppentechniek. De prestaties waren uitstekend: acceleratie van 0-100 km/u in 9,2 seconden en een topsnelheid van 187 km/u. De uitrusting kwam overeen met die van 1850 maar lichtmetalen wielen waren standaard (ook voor de eerste keer op een Britse auto), evenals een met vinyl bekleed dak, een voorspoiler, dubbele uitlaat en striping. Vanwege het hogere vermogen en koppel van de nieuwe motor moesten de aandrijfcomponenten worden versterkt. De versnellingsbak en het differentieel werden vervangen door die van de TR6 maar met een aangepaste overbrenging. De remmen werden verbeterd, vóór met een nieuw type remblokken en achter met grotere trommels en een lastafhankelijke remkrachtbegrenzer. Op verzoek was een sperdifferentieel beschikbaar, evenals de van de 1850 bekende opties als een overdrive of automatische transmissie. Vanaf mei 1975 werden de overdrive en getinte ramen standaard geleverd. Bovendien werd de Sprint uitgerust met sierlijsten opzij, een plastic aflegvak voor de versnellingspook en een zijspiegel aan de bestuurderszijde. Hoofdsteunen waren beschikbaar tegen meerprijs. Vanaf maart 1976 waren ook hoofdsteunen, radio en een gelaagde voorruit standaard. Vanaf 1980 werden vanwege de nieuwe Britse regelgeving ook twee mistachterlichten standaard. De Dolomite Sprint reed van 1974 tot 1978 succesvol mee in het British Touring Car Championship en de 16-kleppen motor werd ook door sommige F3 teams gebruikt.
|
|
Toledo (1970)De Toledo werd in augustus in 1970 geïntroduceerd als een goedkopere versie van de Triumph 1300, die op datzelfde moment werd vervangen door de 1500. De Toledo had dezelfde voorkant met de gedeeld grille als de 1500, maar in plaats van de dubbele ronde koplampen had de Toledo rechthoekige, enkele koplampen en grijze kunststof inzetstukken in de grille. De achterkant van de Toledo was gelijk aan de oude 1300, met uitzondering van de achterlichten die eenvoudiger en gladder waren gemaakt. Het grootste verschil met de 1300 was de stap terug van voorwielaandrijving naar achterwielaandrijving met een starre achteras met schroefveren, die moest helpen te besparen op de productiekosten. Het interieur was ook goedkoper uitgevoerd, het dashboard was een eenvoudige houten plank met geboorde openingen voor de eenvoudige instrumenten. Het geheel was echter iets luxueuzer dan andere compacte auto's uit die tijd met hun interieurdelen gemaakt van zwart kunststof. Aanvankelijk was de Toledo er alleen als tweedeurs sedan met een viercilinder lijnmotor met een cilinderinhoud van 1296 cc die een vermogen leverde van 58 pk (43 kW) bij 5300 tpm. Hij had trommelremmen op alle vier de wielen, een overdrive of automatische versnellingsbak waren niet leverbaar. Niet veel later verscheen een vierdeurs exportversie die was uitgerust met een 1493 cc motor met een enkele (61 pk/45 kW) of dubbele carburateur (64 pk/47 kW). Vanaf augustus 1971 waren deze modellen ook beschikbaar in Groot-Brittannië. De tweedeurs verschilde qua uiterlijk slechts in geringe mate van de populairdere vierdeurs. De tweedeurs had tot 1973 niet de om de hoeken lopende bumpers, terwijl de vierdeurs vanaf het begin de moderne bumpers had. Bovendien had de tweedeurs aanvankelijk nog twee bumperrozetten die bij de jaarwisseling van 1972/1973 vervielen. In de loop der tijd werd het model in details verbeterd. Zo waren er vanaf oktober 1972 standaard schijfremmen en vanaf het begin van het jaar 1973/1974 een verwarmde achterruit. In maart 1975 verviel de tweedeurs, de vierdeurs werd met verschillende verbeteringen nog een jaar langer gebouwd. De versnellingsbak die afkomstig was van de Triumph Herald, werd vervangen door de versnellingsbak van de Spitfire 1500 en de auto kreeg een nieuwe koppeling. De gewijzigde Toledo kreeg sierlijsten opzij, een zwarte in plaats van de zilverkleurige grille en een roestvrijstalen lijst op de dakrand. De uitrusting werd opnieuw verbeterd met nu standaard een dimbare binnenspiegel, een waarschuwingslampje voor de veiligheidsgordels, verstelbare rugleuning op de voorstoelen (voorheen alleen als optie verkrijgbaar), dubbele achteruitrijlichten (voorheen alleen als optie leverbaar), een aansteker, waarschuwingsknipperlichten en een buitenspiegel aan de bestuurderszijde. Een voorruit van gelaagd glas, hoofdsteunen op de voorstoelen en stoelbekleding van geborsteld nylon waren op aanvraag verkrijgbaar. In maart 1976 verving de Triumph Dolomite 1300/1500 de Toledo op na 119.182 geproduceerde exemplaren. Hiervan waren 113.294 1,3 litermodellen en waren slechts 5.888 1,5 litermodellen. Dit maakt de Toledo tot een van de best verkochte saloons van Triumph.
|
|
1300 TC (1967)In het voorjaar van 1967 werd het programma aangevuld met de 1300 TC die 75 pk (55 kW) leverde met een ongewijzigde cilinderinhoud. Een jaar later fuseerde Triumph met de BMC-merken tot de British Leyland Motor Corporation, waarmee de Triumph 1300 de interne concurrent van de Austin/Morris 1300 werd. Om de Triumph-modellen sterker af te bakenen, werd de 1300 in 1970 vervangen door de Triumph Toledo. Deze had dezelfde, enigszins bijgewerkte carrosserie en motoren maar was omgebouwd tot achterwielaandrijving. Achteraf gezien was dat een beslissing die een technische achteruitgang betekende. Van de Triumph 1300 werden in totaal 148.350 exemplaren gebouwd in vijf jaar tijd, waarvan 113.008 normale 1300's en 35.342 van de 1300 TC.
|
|
Triumph 1500 (1970-1973) / Triumph 1500 TC (1973-1976)Triumph 1500 (1970-1973) De Triumph 1500 had het voorwielaangedreven onderstel van de Triumph 1300 en ook de carrosserie werd overgenomen, maar met een gewijzigd front met dubbele koplampen en een langere achterkant met horizontale achterlichten en een grotere kofferbak. Het interieur werd ook herzien en kreeg een nieuw ontworpen houten dashboard en deurbekleding waarvan de bovenste delen ook met echt hout waren uitgevoerd. De viercilinder lijnmotor werd opgeboord tot 1493 cc en leverde met een enkele SU-carburateur 61 pk (45 kW). Alle vier de wielen werden opgehangen aan schroefveren, de voorwielen onafhankelijk. In 1972 nam het vermogen toe tot 65 pk (48 kW) door een grotere carburateur en een aangepast inlaatsysteem. Deze latere uitvoeringen zijn herkenbaar aan een zilverkleurig plaatje op de voorkant van de auto, terwijl de oudere modellen een zwart embleem hebben. De auto bereikte een topsnelheid van 140 km/u en accelereerde van 0-100 km/u in 16,5 seconden. Van het begin van 1970 tot het najaar van 1973 werden 66.353 exemplaren van de Triumph 1500 gebouwd. Triumph 1500 TC (1973-1976) In oktober 1973 werd de Triumph 1500 opgevolgd door de 1500 TC. Deze had dezelfde 1,5 liter viercilinder lijnmotor, maar had dubbele SU-carburateurs en het onderstel met achterwielaandrijving van de kort daarvoor geïntroduceerde Dolomite. De binnen- en buitenkant bleven grotendeels gelijk aan zijn voorganger. De 1500 TC is te herkennen aan het bijbehorende opschrift op de kofferklep en de wieldoppen met een zwart Leyland logo in het midden, terwijl deze blauw waren op 1500. De auto's bereikten een topsnelheid van 148 km/u en accelereerden van 0-100 km/u in 14,8 seconden. Op verzoek was een automaat leverbaar. In maart 1976 verving de Dolomite 1500 de 1500 TC na 25.549 exemplaren.
|
|